Mourad Raïs (Jan Janszoon)

Vroege moslimbekeerling, piraat en polderaar

Door: Sterre Berentzen (moslimarchief.nl)

Vanaf 9 februari 2024 presenteert het televisieprogramma Andere Tijden het bijzondere verhaal van de Haarlemse Jan Janszoon. In deze vierdelige documentaireserie vertelt auteur en programmamaker Abdelkader Benali hoe deze zeventiende-eeuwse kaapvaarder zich tot de islam bekeerde en onder de nieuwe naam Mourad Raïs zelfs tot admiraal van de vloot van het Marokkaanse Salé benoemd werd. Mourad ontwikkelde zich tijdens zijn lange carrière van doorgewinterde Haarlemse piraat tot Marokkaanse gouverneur en combineerde de rol van kaper met die van adviseur, makelaar en diplomaat.

Jan Janszoon – geboren in 1570 in Haarlem tijdens de Spaanse bezetting – was al op jonge leeftijd betrokken bij de kaapvaart. Dit was een (semi)legale vorm van zeeroverij, waarbij kapers met toestemming van de Nederlandse overheid schepen van vijandige landen buit maakten. Met een kaperbrief (zeeroverij-vergunning) kregen kapers bescherming tegen vervolging wegens piraterij, echter alleen in het land dat de kaperbrief had uitgegeven. Werd de kaper door de vijand gearresteerd, dan volgde meestal de doodstraf wegens piraterij. De legale kaper van de een was dus de piraat van de ander.

In 1609 sloot de Republiek der Nederlanden echter een wapenstilstand met Spanje, waardoor kapers hun activiteiten moesten staken. In 1618 werd Jan Janszoon door Soliman Raïs gerekruteerd. Soliman werd geboren als Ivan Dirkie de Veenboer in Hoorn en was ‘Turks gegaan’, zoals tijdgenoten bekering tot de islam noemden. Hij was admiraal van de kapersvloot van Algiers, maar voer bij voorkeur met Nederlandse bemanningsleden, allen bekeerd tot de islam. Jan Janszoon liet zijn vrouw en kinderen in Nederland achter, bekeerde zich tot de islam, nam de naam Mourad Raïs aan en trouwde een moslimvrouw genaamd Margarita al-Qartagânatiya (waarschijnlijk van ‘Moorse’ etnisch-gemixte afkomst).

Toen de Ottomaanse sultan akkoorden sloot met de Europese machthebbers, werden de vrijheden van de kapers ingeperkt. Mourad trok daarom naar (toenmalig) Marokko, dat niet onder het Ottomaanse Rijk viel. Hij vestigde zich in Salé, een beruchte en welvarende kapersstad. Daar nam zijn loopbaan als zeerover een vlucht. Net als Soliman voor hem was Mourad Raïs gestopt met het buitmaken van Nederlandse schepen en zette hij zich in om Nederlandse gevangenen in Salé vrij te krijgen. In april 1623 ontvingen de Staten-Generaal zelfs het bericht dat er door toedoen van Mourad Raïs in Salé geen Nederlanders meer gevangenzaten. Hij ging zich daarna steeds meer als een consult voor de Nederlandse Republiek profileren, terwijl hij tegelijkertijd door de Marokkaanse sultan Mulay Zaydan tot admiraal van de Salentijnse vloot werd benoemd.

Binnen het traditionele, negatieve verhaal over deze bekeerlingen past ook het idee dat zij na bekering op permanente voet van oorlog leefden met hun voormalige Nederlandse landgenoten.  In moderne Europese geschiedschrijving worden ze nog steeds vaak gekarakteriseerd als opportunisten, misdadigers en zelfs als vroegmoderne terroristen. Dit beeld baseert zich op haar beurt weer op de vroegmoderne beeldvorming van de bekeerlingen. De tot de islam bekeerde landgenoten introduceerden snellere zeilschepen en nieuwe zeiltechnieken in Noord-Afrika, waarmee de Noord-Afrikaanse kaapvaart aan effectiviteit won. De Staten-Generaal bestempelden de bekeerlingen in 1625 daarom als ‘odieus’, verachtelijk, en zeventiende-eeuwse auteurs zagen deze tot de islam bekeerde ex-christenen als de verpersoonlijking van het kwaad.

Tegelijkertijd beschouwden de Staten-Generaal Mourad als hun informele vertegenwoordiger. Hij trad op als getuige voor Nederlandse schippers, waarbij hij verklaarde dat al hun lading van Nederlandse afkomst was en daarom onschendbaar. De Staten-Generaal maakten op hun beurt gebruik van zijn getuigenis in hun argumentatie bij de sultan om de vrijlating van in beslag genomen Nederlandse goederen en schepen te bevorderen. Hoewel regulering van bekering in het Middellandse Zeegebied deel kon uitmaken van diplomatieke verdragen, hoefden Nederlandse bekeerlingen bij terugkeer naar hun vaderland niet op veel genade te rekenen. Ze vormden voor de Nederlandse regering een probleem, vooral omdat zij buitgemaakte goederen van (potentiële) bondgenoten probeerden te verkopen.

De Staten-Generaal besloot zelfs dat ondanks de gekoesterde gewetensvrijheid en (beperkte) godsdienstvrijheid iedere moslimbekeerling in de Republiek die weigerde terug te keren tot het christendom de brandstapel wachtte. Ook dit bleek in praktijk heel anders. Mourad en zijn bemanningsleden trokken zich weinig aan van dit besluit en keerden drie jaar later terug naar de Republiek. Zo raakte Mourad Raïs met twee schepen ingevroren in het IJ bij Amsterdam. Dit zorgde voor weinig ophef onder de bevolking en regering. De bekeerlingen kregen zelfs een warm bed en zorg in het Sint Pietersgasthuis in Amsterdam. Geen brandstapel dus.

In 1630 werd Mourad wel gevangen genomen, niet door de Nederlandse Republiek maar door een katholieke orde van Malta. Zijn gevangenschap duurde echter niet lang, aangezien de sultan van Marokko hem vrijkocht.  Naar verluidt gebeurde dit omdat hij als een van de weinigen in staat was de andere kapers in het land onder controle te houden. De ooit doorgewinterde Haarlemse piraat wist zelfs benoemd te worden tot gouverneur van het Marokkaanse kustplaatsje El-Oualidia. Maar bovenal wist Mourad Raïs gedurende een periode van circa twintig jaar de precaire balans tussen de Marokkaanse, Salentijnse en Nederlandse belangen te bewaren. Mourad-Jan ontpopte zich dus als een echte polderaar!

Afleveringen zijn te zien op vrijdag 9, 16, 23 februari en 1 maart om 22.20 op NPO 2 en online op https://anderetijden.nl/dossier/77/Jan-Janszoon

Bronnen:

  • Maartje van Gelder, “Tussen Noord-Afrika en de Republiek: Nederlandse bekeerlingen tot de islam in de zeventiende eeuw”, Tijdschrift voor Geschiedenis 126:1 (2013) 16-33. Voor de documentaireserie Jan Janszoon wordt gebruikgemaakt van vertellingen door Benali, gedramatiseerde scènes met acteurs en interviews met experts. Van Gelder is een van de gasten die aan het woord komen. Ook werkte ze als historisch adviseur aan de voorbereiding van de serie.
  • https://onh.nl/verhaal/jan-janszoon-een-haarlemse-moslimpiraat-uit-de-17e-eeuw


Portret van Jan Janszoon alias admiraal Murat Reis, 1650, Pier Francesco Mola. Musée du Louvre, Parijs.

Old Sally (oud Salé), 1637, Richard Sinson (cartograaf) en Ralph Hall (graveur). Bibliothèque nationale de France (BnF), Parijs.

Share:

Facebook
Twitter
WhatsApp
LinkedIn
Email

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *