Op allerlei plekken zijn vrouwen bezig de islamitische traditie van de mannelijke blik te ontdoen. Trouw zoekt ze op voor een interviewserie over hun idealen.
Deel 1: We willen een marge van vrijheid in de islam creëren – de Tunesische universitair docenten Iqbal Gharbi en Monia Al Alami.
Faïrouz ben Salah, Trouw, 27 december 2023 (alleen met abonnement)
Onder hun collega’s aan de enige islamitische universiteit van Tunesië, Zitouna, zijn Iqbal Gharbi en Monia Al Alami niet populair. “We maken ze bang”, denkt Gharbi, docent psychologie. “Onze historistische en feministische interpretatie bedreigt de gevestigde patriarchale orde. Het stoort de extremistische islamisten”
Samen met Monia Al Alami, docent in de interpretatie van islamitische teksten, introduceerde Gharbi het vak vrouwenstudies. Het uiteindelijke doel is ‘de islam redden’, legt Al Alami uit. “De heilige teksten zijn verworden tot een machtsinstrument van mannen.”
Het is behaaglijk warm in het klassiek Arabische ingerichte appartement van Gharbi, vlak bij het centrum van Tunis. Dadels en schaaltjes vol verse zoetigheden staan uitgestald op een klein tafeltje. Iqbal Gharbi vult de glazen met verse muntthee. “Delen is een van de kernwaarden van de islam”, zegt ze. “Zo leerde ik het vroeger thuis. De islam van het leven. Gemoedelijk. Vrij.”
Haar vader doceerde ook aan Zitouna, vertelt Gharbi. “Maar hij dwong ons nooit om te bidden of mee te doen aan de ramadan, de vastenmaand.”
Monia Al Alami heeft vergelijkbare herinneringen. “De islam hoorde bij ons dagelijks bestaan. Zo’n islam light is typisch Tunesisch. Door de ligging aan zee hebben landen als Malta, Italië en andere Europese landen een grote invloed gehad. Uitnodigingen voor een kerstmaaltijd slaan we niet af. Samen leren leven is voor mij een van de kernboodschappen van de Koran.”
Ze belandde bij toeval op Zitouna, vertelt Al Alami. “Mijn voorkeursstudie was farmacie, maar daarvoor moest ik op kamers in een andere stad, en dat zag mijn moeder absoluut niet zitten. Ik hoor haar nog zeggen: ‘Komt niets van in. Ga maar naar Zitouna. Lekker dichtbij. Dan word je daarna docent zodat je in de vakanties het huishouden kunt doen.’ Nooit spijt van gehad. De islam is ongelooflijk rijk en nodigt uit tot nadenken en debat. Je raakt er nooit op uitgekeken.” (lees hier verder in Trouw)(alleen met abonnement)
Deel 2: Moslims werden neergezet alsof ze geen cultuur hadden – de Pakistaans-Amerikaanse wetenschapper Asma Barlas
Faïrouz ben Salah, Trouw 9 januari 2024 (alleen met abonnement)
Over religie kreeg de Pakistaans-Amerikaanse schrijver en wetenschapper Asma Barlas (1950) tijdens haar kinderjaren tegenstrijdige boodschappen mee. Zo ging ze, in het overwegend islamitische Pakistan van vlak na de onafhankelijkheid van het Verenigd Koninkrijk, naar een Engelstalige katholieke school. “Moslims werden daar neergezet alsof ze geen cultuur, filosofie of geschiedenis hadden.”
Maar haar islamitische ouders stuurden Asma op les bij maulvi’s, Pakistaanse islamdocenten. “Die beweerden van alles over de rol van vrouwen. Ik groeide op in een land waar vrouwen in naam van de islam leren hun man te aanbidden.”
Toch zou ze later internationaal doorbreken met een boek over de feministische boodschap van de Koran. Barlas: “God is in de Koran genderneutraal en doet niet aan seksestereotypen.”
Ze studeerde Engelse literatuur, filosofie en journalistiek en vond halverwege de jaren zeventig werk bij de Pakistaanse buitenlandse dienst. Daar werd ze na vijf jaar ontslagen wegens kritiek op de toenmalige militaire dictator-generaal Mohammed Zia-ul-Haq.
Begin jaren tachtig kreeg ze asiel in Amerika. Van 1991 tot haar emeritaat in 2020 was ze hoogleraar politicologie aan het Ithaca College in New York, waar ze onder meer leiding gaf aan het Centre for the Study of Culture, Race and Ethnicity. Ze werd vooral bekend door haar werk over de positie van vrouwen in de Koran.(lees hier verder in Trouw)(alleen met abonnement)
Deel 3: Vrouwen moeten de macht over de uitleg van de islam terugveroveren op mannen – de Marokkaanse schrijfster en medisch biologe Asma Lamrabet
Faïrouz ben Salah, Trouw 23 januari 2024 (alleen met abonnement)
Het begon met nieuwsgierigheid en behoefte aan spiritualiteit. En met het feit dat ze niet uit de voeten kon met de dooddoener ‘omdat het zo in de Koran staat’. Zo besloot de Marokkaanse schrijfster en medisch biologe Asma Lamrabet (1961) de islam diepgaand te bestuderen. Haar belangrijkste conclusie: “Nergens staat dat vrouwen ondergeschikt zijn aan mannen”.
Ze schreef er verschillende boeken over en groeide in Marokko uit tot een gezichtsbepalende feministe – al heeft ze zo haar eigen ideeën over die betiteling. Aan de telefoon vertelt ze dat ze haar carrière ziet als ‘een persoonlijke zoektocht’. Door het linkse activisme van haar vader leefde ze als kind in ballingschap, in Frankrijk, Libanon en Algerije.
“Als tiener en student kreeg ik veel minder vrijheid dan mijn broers. Vragen daarover werden weggewuifd met verwijzingen naar de islamitische tradities. Koppig dacht ik dan: hoezo?! Wat staat er dan precies? Ik was overtuigd moslim, maar wilde zelf checken wat onze heilige teksten over vrouwen zeggen.”
Na haar studie aan de universiteit van Rabat vertrok ze met haar man, een diplomaat, naar het buitenland. “Daar had ik de tijd om de islam grondig te bestuderen. Ik las de oorspronkelijke teksten in het Arabisch. Uiteenlopende interpretaties. En over de geschiedenis.” (lees hier verder in Trouw)(alleen met abonnement)
Deel 4: Zie het islamitisch feminisme als een reiniging, om de religie te ontdoen van patriarchale invloeden – de Egyptische onderzoekers Amira Abou-taleb en Marwa Sharafeldin.
Faïrouz ben Salah, Trouw 6 februari 2024 (alleen met abonnement)
Eén ding konden Amira Abou-taleb en Marwa Sharafeldin als tieners in Egypte niet rijmen: hoezo zou de islam, het geloof waarmee ze opgroeiden, tegelijkertijd rechtvaardigheid en onderdrukking van vrouwen prediken? Rechtvaardigheid werd ze door hun ouders voorgeleefd. De ongelijkheid tussen meisjes en jongens kleurde hun leefwereld.
Tot ze ontdekten dat je de islamitische teksten ook anders kunt bekijken. “Geleerden bezagen de bronnen destijds ook maar door een negende-eeuwse bril”, concludeerde Amira Abou-taleb, inmiddels gepromoveerd in islamitische studies. En Marwa Sharafeldin, gepromoveerd op een onderzoek naar mensenrechten en het islamitische recht, zegt: “Sommige mannen misbruikten de religie om hun machtspositie te vestigen”.
Beiden maakten ze hun beroep van het verzamelen, analyseren en in hun context plaatsen van de islamitische religieuze geschriften. Sharafeldin werkt nu aan de Harvard Law School in Amerika als gastonderzoeker voor een programma over recht en samenleving in de moslimwereld. Abou-taleb doet aan de universiteit van Helsinki onderzoek naar het concept van ihsān: handelen alsof God je ziet en jij hem ziet. Ze kennen elkaar van het internationale netwerk Musawah (‘gelijkheid’ in het Arabisch), dat kennisopbouw over vrouwenrechten in de islam bijeenbrengt. Lees hier verder in Trouw (alleen mey abonnement)