Van uw columnist Rudi Holzhauer. Wonend in al-Andalus (het huidige Zuid Spanje – de Alpujarras) verbaasde en verbaas ik mij vanuit een filosofisch perspectief keer op keer, en meer en meer over het moderne Eurocentrisme, dat zich geen rekenschap wil of kan geven van de voor-geschiedenis, en daarmee van haar erfgoed, ook in Nederland.

Ik kijk inmiddels breder (dan filosofie). Ik kijk naar doorwerking van de arabische en islamitische invloedssferen op onze huidige (Westerse en Nederlandse) samenleving, wetenschap (incl. filosofie) en taal. Dat zijn de drie thema’s van mijn Columns.

Het is deze verbazing van waaruit ik mijn columns voor MA schrijf. Ik baseer mij overigens op bestaande teksten. Het zijn teksten die voor mij voelen als bevestigingen van mijn eigen gevormde uitgangspunten, meningen en perspectieven. Het zijn toegankelijke teksten, al is mijn wetenschappelijke grondhouding nooit ver weg. Mijn proefschrift ging ooit al over: “Wisselende perspectieven”. Inmiddels vind ik Zeitenwende wel zoveel zeggingskracht hebben.

Geheel terzijde: in de tijd dat ik zelf in Nederland academische filosofie studeerde was dat “westerse filosofie”, hoewel het die beperkende benaming nergens aan een universiteit heeft. Integendeel: “algemene wijsbegeerte” heet het. Maar niet-Westerse perspectieven blijven buiten zicht. 

Geen aandacht voor het midden-oosten (arabische dan wel islamitische perspectieven), het verre oosten (boedhisme uit India, Chinese perspectieven (Confucius, TAO) of Japanse inzichten (Kintsugi). Ook geen aandacht voor Afrikaanse (Ubuntu) of Latijns Amerikaanse benaderingen. 

Hoe Eurocentrisch kun je het krijgen? Van interculturele filosofie heeft aan de Nederlandse universiteiten (dan ook)(bijna) nog nooit iemand gehoord.

Vanuit deze verbazing vertaalde ik niet alleen het boek over de Islam van Ahmet Kuru, maar heb ik nog een paar vertaal-projecten op het oog. U kunt het hier meelezen. En hier vindt u een uitleg van mijn lijfschilderij van Giorgone, bij deze tekst afgebeeld.

1. Maatschappelijk en wetenschappelijk erfgoed – over de Arabische en islamitische inbreng

Romauld Landau (1899–1974) werd geboren in Polen. Hij werd Engels staatsburger toen hij in de Tweede Wereldoorlog als vrijwilliger ging dienen in de Royal Air Force. Landau was beeldhouwer, schrijver, docent, ambtenaar buitenlandse zaken en een expert in de Arabische en Islamitische cultuur, met een bijzondere belangstelling voor Marokko. In 1958 verscheen van zijn hand “The Arab Heritage to Western Civilization”. Het boek werd enkele malen herdrukt, het laatst in 2003 (21 mei door de University Press of the Pacific Paperback 92 blz.).[1] Deze tekst van Landau geeft een mooi overzicht en inzicht in de Arabische en islamitische inbreng in het “latere Westen”.

Het mag verrassend lijken dat het christendom, hoewel meer dan zeshonderd jaar vóór de islam ontstaan, in belangrijke mate niet alleen in de voetsporen van de islam trad, maar er ook behoorlijk schatplichtig aan is.

Columns over het Maatschappelijk en wetenschappelijk erfgoed

  • Hun inbreng – een overzicht (nog te verschijnen)
  • Ze gaven ons een “nul” (idem)
  • De weg naar de Atlas (idem)
  • Van Razi naar Pasteur (idem)
  • Het kompas wees naar het Westen (idem)
  • Zij schreven in het Arabisch (idem)
  • De visies en de woorden van Rumi (idem)
  • Arabesk – Astractie in de Kunst (idem)
  • Schatten uit de wereld van de islam in de schijnwerpers – Kunstmuseum Den Haag 2018
  • Glans en geluk – Kunstmuseum Den Haag 2018/2019
  • Kunst uit de wereld van de islam – Kunstmuseum Den Haag 20
  • Speesjaal (idem)

Hoewel de spirituele en morele basis die de westerse beschaving ondersteunt het christelijke evangelie is, was het de erfenis van de Grieken die die beschaving in staat stelde intellectuele vooruitgang te boeken. Onze belangrijkste intellectuele en wetenschappelijke disciplines komen voort uit Aristoteles en Plato, Pythagoras, Euclides, Hippocrates en Galenus. Maar tegen de tijd dat ons christelijk fundament stevig was verankerd, waren onze intellectuele middelen buitengewoon zwak en bestond er een diepe kloof tussen geloof en rede.

Het waren de Arabieren die, in een poging een soortgelijke kloof te overbruggen, ons te hulp kwamen. Want terwijl Europa onwetend was over de Griekse erfenis, ontdekten de Arabieren het. Hun assimilatie en distributie van die schat vormt een van de meest fascinerende hoofdstukken in de geschiedenis van de zoektocht van de mens naar kennis.

Bronnen voor Maatschappelijk en wetenschappelijk erfgoed

  • Rom Landau, The Arab Heritage of Western Civilisation, 1958
  • Rom Landau, Islam and the Arabs, 1958
  • Jona Lendering, Vergeten erfenis, Atheneum 2008

2. Gedachten-erfgoed – over verdringing, oogkleppen en geschiedsvervalsing

Het verhaal dat we in boeken over de Renaissance lezen vertelt ons dat Petrarca en Poggio de boeken uit de oudheid herontdekten die eeuwenlang in middeleeuwse abdijen waren gekopieerd. De herintroductie van de Griekse wetenschap en filosofie begon echter in de twaalfde eeuw, maar vond vooral plaats in de dertiende eeuw. Deze werken werden voor het eerst vertaald in het Syrisch en Arabisch in de achtste en negende eeuw en opgeslagen in het Huis van Wijsheid in Bagdad.

Daar werden ze gelezen, gebruikt en becommentarieerd door Arabische filosofen, van wie Averroës (1126–1198), die in Cordoba woonde, de bekendste was. De vertaling van zijn commentaren op Aristoteles heeft de Europese filosofische scene ingrijpend veranderd. Averroës, die ook een eigen filosofie ontwikkelde, had tot in de zestiende eeuw navolgers in Latijns-Europa.

Zijn werk was bekend en hij verscheen in de geschiedenis van de filosofie tot het midden van de negentiende eeuw, toen de Arabieren uit de geschiedenisboeken werden verdreven. Een van de redenen was de uitvinding van het concept van de Renaissance. Dat die Renaissance in Bagdad begon wil een al te Eurocentrisch Westen lange tijd niet horen. Tijd voor een Zeitenwende.

Koert Debeuf onderbouwt wetenschappelijk hoe in de meeste geschiedenisboeken de Europese Renaissance wordt beschreven als een heropleving van de Griekse en Romeinse literatuur, architectuur en filosofie, nadat oude manuscripten waren teruggevonden in kloosters. Koert laat echter in detail zien dat de waarheid complexer en eigenlijk interessanter is. Aristotelische, platonische en neoplatonische ideeën verhuisden van Athene en Alexandrië naar Harran, in het huidige Turkije. Van daaruit verhuisden ze naar Bagdad, waar deze heidense ideeën verenigbaar moesten worden gemaakt met een monotheïstische religie: de islam. Deze nieuwe ideeën reisden vervolgens naar Caïro en Cordoba in Al Andalus. De Latijnse vertalingen van deze Arabische werken veroorzaakten een intellectuele revolutie in Parijs, vanwaar het naar Italië verhuisde, waar ze de filosofische renaissance op gang brachten. Die dus in Bagdad begon.

Columns over het Gedachten-erfgoed

  • Moslim Erfgoed – gewoon in Leusden. Over Ibn Rushd. (januari 2024)
  • Moslim Erfgoed – gewoon bij de KNAW. Over Rumi. (februari 2024)
  • Hoe het islamitisch feminisme bijdraagt om de religie te ontdoen van patriarchale invloeden (artikelenreeks Trouw 2023-2024)
  • Averroes en de 13e eeuw in Europa (nog te verschijnen)
  • Averroes in Latijns-Europa: geliefd maar vooral gehaat (idem)
  • Hoezo: Renaissance (idem)
  • De Renaissance begon in Bagdad (idem)
  • Vergeten Erfenis of Damnatio Memoriae (idem)
  • Lessen voor vandaag (idem)

Het idee dat veel culturen hebben bijgedragen aan de filosofie werd erkend tijdens de Renaissance. Een bewijs hiervan is het schilderij van Raphael, The School of Athens, (1513),  Wat doet de moslimfilosoof Averroës in het beroemde fresco “De school van Athene” van de Italiaanse renaissanceschilder Rafaël? De schilder bracht alle denkers en wetenschappers samen die het Westen beïnvloedden. Het is dus geen verrassing dat Plato en Aristoteles centraal staan in dit 16e-eeuwse schilderij. Verrassender is dat twee ‘Oosterse’ personen deel uitmaken van de school: Zoroaster en Averroës. Een soortgelijke verrassing zou de lezers van de Divina Commedia van Dante Alighieri kunnen overkomen. In dit meesterwerk uit de Renaissance uit de 14e eeuw gaf Dante zijn beschrijving van de hemel, het vagevuur en de hel, met een speciaal hoofdstuk over het voorgeborchte waar goede niet-christenen een fatsoenlijk leven na de dood mochten hebben. In Limbo vinden we niet alleen oude Grieken en Romeinen, maar ook drie moslims: Averroës, Avicenna en Saladin.

Het feit dat twee meesterwerken uit de renaissance over de fundamenten van de westerse beschaving een moslim centraal stellen, is op zijn zachtst gezegd vreemd. We leren dat de renaissance, het humanisme en de verlichting een puur Europese prestatie waren. In deze visie zouden humanisten zoals Petrarca verloren Griekse en Romeinse manuscripten hebben gevonden in oude abdijbibliotheken. Dit zou het einde van de donkere middeleeuwen hebben veroorzaakt, de herwaardering van mannen boven de kerk en kritisch denken over dogma’s.

Dit historische verhaal klopt volgens Debeuf gewoon niet. Hoewel Romeinse boeken inderdaad zijn herontdekt, geldt dit niet voor de Griekse teksten. De belangrijkste Griekse filosofen en wetenschappers kwamen naar Europa omdat ze uit het Arabisch werden vertaald, een vertaalbeweging die in de 8e eeuw werd geïnitieerd door de kaliefen van Bagdad. In het epicentrum bevonden zich de astronomie van Ptolemaeus, de geometrie van Euclides en het medicijn van Galenus. Tegelijkertijd werden Indiase en Perzische wetenschappelijke teksten vertaald. Op hun beurt verweven moslimwetenschappers deze ideeën, zowel om ze te verheffen als om nieuwe wetenschapsgebieden te creëren, zoals scheikunde en algebra. Hun berekeningen vormden de basis van de ontdekkingen van Copernic en Newton.

Niet minder belangrijk aan het hof van Bagdad was filosofie. Plato en Aristoteles waren erg populair en waren het onderwerp van veel studie, discussie en debat. Islamitische filosofen liepen echter tegen hetzelfde probleem aan waar zowel voorgaande christenen als degenen die zouden volgen mee te maken hadden: hoe filosofie te verzoenen met theologie en heilige teksten. In Europa had Sint-Augustinus (gestorven in 430 na Christus) dit debat stopgezet ten gunste van theologie, en sindsdien was kritisch denken verboden.

Bronnen voor het Gedachten-erfgoed

  • Koert Debeuf, Damnatio memoriae: On Deleting the East from Western History, New England Journal of Public Policy Vol 32 Issue 2, 11 april 2020 (hier als pdf)
  • Koert Debeuf, Who is afraid of Averroes? 800 years of European resistance against Averroes’ philosophy, PhD 2021 (nog niet gepubliceerd)
  • Koert Debeuf, The Renaissance started in Baghdad, presentatie Embassy of the Free Mind, Amsterdam, 11 april 2023
  • Jonathan Lyons, Het Huis der Wijsheid, Bulaaq 2010
  • Mustafa Aykol, Iskam without extremes – a muslim case for liberty, Ww Norton 2013
  • Mustafa Aykol, Reopening Muslim Minds – a return to reason, freedom and tolorance, St. Martins Press 2022
  • Ahmed Kuru, Islam – Bloeiperiode en hedendaagse crisis in de moslimwereld, Ertsberg 2023

3. Taalkundig erfgoed – over de invloed van het Arabisch op de Nederlandse taal

Koffie, kaffer en katoen is de titel van een boek geschreven door Marlies Philippa (1e druk 1989, 2e druk 2008). Het Nederlands kent talrijke woorden die uit het Arabisch afkomstig zijn. Uit alle sferen van de Arabische cultuur hebben we woorden geleend: eten en drinken, erotiek, scheepvaart en handel, de dierenwereld en muziek, maar ook wetenschappen als geneeskunst, scheikunde, wiskunde en sterrenkunde. Veel woorden gebruiken we dagelijks en zonder te weten waar ze vandaan komen of wat hun achtergrond is. In ‘Koffie, kaffer en katoen’ wordt van al deze woorden de geschiedenis verhaald.

We leren de oorsprong van de leenwoorden, en krijgen daarmee doorkijkjes naar de cultuur waaraan we de woorden hebben ontleend. Het boek besluit met een register van de behandelde woorden in de internationaal meest gebruikte transcriptie (met voorkomende dialectvormen) en de woorden in Arabisch schrift.

Met de immigratiegolf uit mediterrane landen kwamen veel Arabische woorden rechtstreeks in het Nederlands terecht. Dat ging heel anders met de Arabische woorden die we al hadden: die bereikten ons vaak via een lange en kronkelige weg.

Een mogelijk ‘boerkaverbod’, daarvan is in Nederland de laatste jaren nogal eens sprake. In de media wordt dan vaak een zogenaamde ‘boerka’ getoond, hoewel het in feite om een ‘nikab’ gaat. De nikab is de islamitische dracht met een sluier die ook het gezicht bedekt en alleen een spleetje voor de ogen openlaat; de boerka komt uit Afghanistan en is een vaak blauw, lang gewaad dat over de gewone kleding heen gaat en ter hoogte van de ogen een kijkgaasje heeft. Iedereen die de film De vliegeraar heeft gezien, zal het herkennen.

Deze woorden zijn rechtstreeks uit het Arabisch in het Nederlands beland. Dat is niet het geval bij het merendeel van de Arabische leenwoorden. Die zijn er al veel langer en hebben het Nederlands meestal via het Frans bereikt. We vinden ze op allerlei terreinen. Laat ik er wat noemen: abrikoos, baldakijn, cijfer, divan, gazelle, jasmijn, katoen, limoen, matras, oranje, papegaai, razzia, spinazie, tamboer, varaan en zero. Bij de oudere leenwoorden treffen we ook ‘geleerde’ woorden aan, zoals alambiek, algebra, alkali, borax, elixir, natron en zenit. Deze zijn alle via het middeleeuwse Latijn in de Europese talen terechtgekomen.

Columns over het Taalkundig erfgoed

  • Koffie en suiker voor alle Nederlanders (nog te verschijnen)
  • Sjorren is echt niet Fries (idem)
  • Hoe Nederlands is dat Delfts Blauw eigenlijk? (maart 2024)
  • Als het begint met “al” (idem)
  • Waar het voeding en eten betreft (idem)
  • Kleding (idem)
  • Handel en scheepvaart (idem)
  • Muziekinstrumenten (idem)
  • Dieren (idem)
  • Geneeskunst (idem)
  • Scheikunde (idem)
  • Wiskunde (idem)
  • Sterrenkunde (idem)
  • Geografie (idem)
  • Religie (idem)
  • Cultuur (idem)
  • Gezagsdragers (idem)
  • Zeden en gebruiken (idem)

De oudere Arabische woorden kwamen Europa langs verschillende wegen binnen. De belangrijkste weg was die over het Iberisch Schiereiland, dat in 711 door de Arabieren was veroverd. Sindsdien bestond daar gedurende achthonderd jaar een intensief contact tussen Arabieren en Europeanen. Spanje werd een centrum van cultuur en wetenschap. Een tweede weg leidde over Sicilië en Zuid-Italië: vanaf 827 zijn Sicilië en Malta tweehonderd jaar in Arabische handen geweest. De derde ontleningslijn liep via de Kruistochten, die behalve gewelddadig ook belangrijk voor de handel waren. De vierde was het kolonialisme. Zo hebben we een Arabisch leenwoord als soebatten aan het Maleis van Nederlands-Oost-Indië te danken.

Ten slotte een heel recent en toch alweer zo goed als verdwenen Arabisch leenwoord in het Nederlands: kussa (uitspraak: ‘koesa’). In de jaren zestig is gepoogd de toen onbekende groente courgette onder die naam in Nederland te introduceren. Er was een uitgebreide reclamecampagne en er werden foldertjes uitgedeeld met recepten van onder anderen de toen bekende culinair specialiste mevrouw R. Lotgering-Hillebrand. De campagne mislukte, maar het woord is in Nederland gangbaar geweest vanaf 1962 tot in ieder geval 1974.

Kussa is ontleend aan het Arabische koesa (‘courgette’), een woord dat in diverse varianten in alle Semitische talen bestaat (en via een ervan in het Grieks is gekomen als kúkuon) en dat uiteindelijk teruggaat op het Soemerische ukuš (‘komkommerachtige’). En aan dat Griekse kúkuon danken wij, via het Latijn, waarschijnlijk dan weer ons woord komkomme.

Bronnen van het Taalkundig erfgoed

  • Marlies Philippa, uitgeverij Bulaaq een nieuwe, geactualiseerde uitgave van het boek Koffie, kaffer en katoen. Arabische leenwoorden in het Nederlands.
  • Op Historiek.net staan 50 Nederlandse woorden die afkomstig zijn uit het Arabisch, Het is een mooi taalkundig erfgoed. Want zonder koffie, al dan niet met suiker … waren we geen Nederlanders.